In de afgelopen periode hebben we kunnen zien hoe het publieke debat over duurzaamheid en de financiële sector is verhard. Toezichthouders doen invallen en voormalig topmensen van grote instellingen trekken aan de bel. Tegenstanders van verantwoord beleggen spelen hier gretig op in, onder andere door ESG als politiek en irrelevant te bestempelen.
De reactie van voorstanders van een duurzamere financiële sector hierop is het groots en luidkeels vieren van alle beoogde stappen. Overigens zonder wijde erkenning voor het feit dat deze stappen niet altijd worden waargemaakt.
Zo bleef volgens een rapport van de OECD de 100 miljard dollar per jaar die rijke landen aan arme landen beloofden om zich te kunnen wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering steevast uit. Toch denderen wij in hetzelfde tempo door, om maar niet tot stilstand te worden geroepen door tegenstanders.
De noodzaak tot nuance en dialoog
Dat doordenderen betekent ook dat er weinig tot geen ruimte is voor reflectie, nuance en met elkaar in gesprek gaan over waar het nog niet gaat zoals we zouden willen. Echter, wij weten als sector dat verantwoord beleggen en duurzaamheid geen rigide concepten zijn, maar zich juist altijd door blijven ontwikkelen.
Dit maakt het tot een uitdagend en levendig veld, dat we niet dood moeten slaan door te verstijven en in de verdediging te schieten. Duurzaamheid is geen gevecht, het is een omslag waarover we door de snelle ontwikkelingen in gesprek moeten blijven en waarbij meerdere visies naast elkaar kunnen bestaan. Daarin mag zeker hard stelling worden genomen. Maar we mogen niet voorbijgaan aan nuance en dialoog.
Een voorbeeld uit de praktijk
Een goed voorbeeld van het bovengenoemde is de interpretatie van de jaarlijkse benchmark Verantwoord Beleggen door Pensioenfondsen in Nederland van de VBDO, die eind deze maand wordt gepubliceerd. In de benchmark wordt platgezegd onderzocht wat pensioenfondsen beogen te doen op het gebied van verantwoord beleggen en in hoeverre dit ook daadwerkelijk gebeurt.
Ook wordt bekeken of en hoe verantwoord beleggen is verankerd in de governance-structuur en in hoeverre gerapporteerd wordt over beleid en behaalde resultaten. De benchmark heeft een responspercentage van 100%. Oftewel: alle bevraagde pensioenfondsen werken aan het onderzoek mee. Door de beschreven opzet geeft het onderzoek een gebalanceerd beeld van wat er op het gebied van verantwoord beleggen gebeurt.
Gebalanceerd maar rigide
Een benchmark is bedoeld om inzichtelijk maken hoe je presteert ten opzichte van je peers en waar ruimte is voor verbetering. Dat eerste is eenvoudig, doordat er scores aan de uitkomsten zijn verbonden. Het betekent wel dat het soort vragen bepalend is voor wat wel en niet mee kan worden genomen in de beoordeling en dat die daarmee uiteindelijke vrij rigide is: alles wat buiten de vragen valt, wordt niet meegenomen. Een benchmark geeft dus een gebalanceerd en afgewogen beeld, maar niet een volledig beeld.
Daarnaast is verantwoord beleggen nooit ‘af’. Als een pensioenfonds de maximale score zou halen, is dit niet het allerduurzaamste pensioenfonds ooit, maar simpelweg het pensioenfonds dat het meest voldoet aan de eisen die dat jaar in onze vragenlijst worden gesteld. Daarnaast is het aan de pensioenfondsen om de informatie verkregen uit de benchmark en het rapport te gebruiken om te reflecteren en zowel intern als extern in gesprek te gaan over de eigen aanpak van verantwoord beleggen.
Een open gesprek
We moeten in het reine komen met het feit dat we niet alles weten. Dit biedt mogelijkheden tot ontwikkeling waar een open en genuanceerd gesprek voor nodig is. Een vereiste hierbij is zelfreflectie en ruimte voor filosoferen. Rigide instrumenten zoals de VBDO-benchmarks kunnen hierbij helpen.
Laat het komende benchmarkrapport dus niet alleen een puntenevaluatie zijn, maar gebruik het om intern als organisatie te reflecteren en binnen de sector en met partijen hierbuiten in gesprek te gaan. Alleen zo begint het gesprek dat nodig is om een duurzame ontwikkeling van de financiële sector te bewerkstelligen.
Bron: dit artikel verscheen eerder op Financial investigator.