De investeringswereld heeft steeds meer aandacht voor duurzaam beleggen. Daar hoort ook een nieuwe term bij: ESG-integratie.
Die afkorting staat voor Environmental, Social & Governance. Met deze titel wordt een trend afgedekt waar nog geen goede benaming voor bestond. “Voorheen kwamen termen voorbij als social responsible investing en corporate social responsability, maar ESG-criteria benadrukken nog steviger dat er betere beleggingsbeslissingen worden genomen op basis van financieel relevante duurzaamheidsinformatie”, benadrukt Robert Klijn van Fair Impact, die organisaties ondersteuning biedt op ESG-vlak.
Prioriteiten
Dat de benaming een ontwikkeling heeft doorgemaakt, betekent geenszins dat beleggers vroeger verkeerde keuzes maakten. Wel betekent die ontwikkeling dat de investeringswereld nu andere prioriteiten maakt. Wetenschappelijke studies laten in ieder geval duidelijk zien dat duurzaam beleggen minimaal een gelijk en zelfs vaak hoger rendement oplevert dat traditionele investeringen. Dat heeft ook te maken met technische ontwikkelingen. “Indicatoren die een bepaald risico blootleggen, kwamen vroeger minder gemakkelijk aan de oppervlakte. Nu de wereld dankzij internet een stuk transparanter is, bestaat er een betere kijk op de risico-rendementverhouding”, vertelt Robert Klijn.
Dat klinkt misschien wat academisch, maar om een praktisch voorbeeld te geven: een deel van de beleggers had begin deze eeuw doelbewust de belegging uit oliemaatschappij BP teruggetrokken. Uit evaluatie was namelijk gebleken dat de maatschappij wat minder zorgvuldig omging met veiligheidskosten. De keuze van de beleggers bleek niet onterecht. De olieramp in de Golf van Mexico (2010) bleek een desastreus effect te hebben op de beurskoers van BP. Beleggers die waren gebleven, betaalden dus een stevige prijs, terwijl de goed ingelichte investeerders aan de dans waren ontsprongen.
True Pricing
De volgende ontwikkeling die zich aandient, is het fenomeen True Pricing, benadrukt Robert Klijn. Daarbij wordt ook gekeken naar ecologische en sociale effecten in het productieproces. “Wat je daarbij kunt voorstellen, is dat een bedrijf met positieve invloed op een andere wijze wordt beoordeeld dan een bedrijf met negatieve invloed. Dat hoeft niet alleen te gaan om de tabaks- of wapenindustrie, maar kan ook betrekking hebben op de suikerbranche.”
Volkswagen
Fraude valt niet te voorkomen. Dat is geen mening, maar een voldongen feit. Directeur Angélique Laskewitz van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) roept daarbij het dieselschandaal bij Volkswagen in herinnering. Het Duitse automerk stond te boek als solide, maar ook maatschappelijk bewuste organisatie, totdat gesjoemel met dieselsoftware aan het licht kwam. “Als er moedwillig fraude wordt gepleegd, zal je dat als belegger op voorhand nooit waterdicht kunnen voorspellen. Wel is het zo dat je in deze transparante wereld bedrijven steeds gemakkelijker op KPI’s kunt afrekenen. Indicatoren als waterverbruik, energieverbruik of personeelsbeleid zijn zeker bruikbaar om meer houvast te bieden bij duurzaam investeren.”
Data-professionals
Hoe nobel ESG-integratie ook klinkt, investeerders zijn er niet alleen om goede doelen te steunen, maar hechten er waarde aan om rendement te halen. Wat je daarover kunt zeggen, benadrukt Angélique Laskewitz, is dat duurzame beleggers intensiever bij organisaties zijn betrokken en extra informatiewaarde toevoegen aan hun portefeuille. Vermogensbeheerders hebben veelal een flink bestand van data-professionals in dienst, die in staat zijn analyses los te laten op beleggingsrisico’s. “Er is ondertussen veel duurzaamheidsinformatie beschikbaar. Crux is om te beoordelen welke ESG-informatie daadwerkelijk relevant is. Op basis daarvan kun je analyses maken van factoren die van invloed zijn op het succes van de onderneming. Veelal zijn investeerders die met deze materie bezig zijn zich beter bewust van de kansen en bedreigingen in hun beleggingsportefeuille. En dat maakt rendementsdoelstellingen wel degelijk en misschien wel sneller haalbaar.”