Belastingen zijn cruciaal voor het onderhouden en ontwikkelen van publieke diensten. Publieke diensten waar wij in de COVID-19-pandemie allemaal afhankelijk van zijn. Daarom roept de OESO sinds 2015 op dat bedrijven hun belastingafdrachten aan overheden publiek beschikbaar maken, om te garanderen dat iedereen zijn ‘eerlijke deel’ betaalt (overal ter wereld).
Zo kan er bijvoorbeeld getoetst worden of bedrijven écht geen gebruik maken van belastingparadijzen. Lees de VBDO Tax Transparency Benchmark er maar op na: het is een claim die multinationals vaak maken in hun jaarverslagen, maar zelden bewijzen.
In 2020 hebben een aantal Nederlandse bedrijven gehoor gegeven aan de oproep van de OESO. Zo zijn Shell (voor 99 landen) en NN Groep (16 landen) twee bedrijven die inzicht geven in belastingafdrachten op basis van de standaard van de OESO.
Twee invloedrijke Nederlandse initiatieven
Philips heeft aangekondigd om in 2021 met een vergelijkbare publicatie te komen. Investeerders kunnen er dit jaar voor zorgen dat alle Nederlandse bedrijven een publiek country-by-country rapport publiceren. Met een dergelijk rapport wordt duidelijk waar deze bedrijven belasting betalen in de wereld en ook waar niet. Daarmee worden wij het eerste land in de wereld die dat doet.
In 2021 staan er twee invloedrijke Nederlandse initiatieven op de agenda, die het mogelijk maken om belastingbetalingen aan overheden publiek beschikbaar te maken. Investeerders creëerden met de Nederlandse Governance Code (de Code Tabaksblat) een corporate governance-structuur met duurzame elementen.
Met de herziening van de code dit jaar kunnen zij verantwoorde belastingstrategieën afdwingen door voorwaarden voor belastingtransparantie te integreren in de code. Ook is bij de recente aankondiging van een Tax Governance Code of Conduct een rol weggelegd voor investeerders: zij kunnen afdwingen dat publiek country-by-country reporting onderdeel wordt van die code.
Altice als voorbeeld
Net als bij de Code Tabaksblat is toezicht op naleving door de financiële sector belangrijk. Gelukkig heeft de praktijk uitgewezen dat dit veelal gebeurt. Er zijn voorbeelden te noemen dat investeerders bij bezoek aan een aandeelhoudersvergadering naar naleving van de code hebben gevraagd, zoals in 2016 bij Altice.
Het bedrijf dat nu Altice Europe heet, heeft geen fysieke activiteit in Nederland behalve hun beursnotering. Niet om te speculeren waarom zij hier op de beurs genoteerd staan, maar als Altice gebruik maakt van de Nederlandse (financiële) infrastructuur dan is het wel belangrijk dat de onderneming zich houdt aan de in Nederland geldende normen.
Dat vond PGGM ook, zo bleek tijdens de aandeelhoudersvergadering van Altice in 2016. De vertegenwoordiger van PGGM bracht naar voren dat Altice op dat moment niet in lijn was met de Corporate Governance Code en dat het bedrijf zichzelf kon uitdagen om op zijn minst uitgebreid uit te leggen waarom werd afgeweken.
Op de zwarte lijst van PGGM
De vertegenwoordiger legde uit dat een jaar eerder – toen het bedrijf nog Luxemburgs was – PGGM zelfs tegen de verhuizing naar Nederland had gestemd, omdat de huidige governance-structuur volledig uit de pas liep met de in Nederland geldende code.
De Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Altice beargumenteerde dat de onderneming wilde leren van hun aandeelhouders en dat, hoewel Altice niet voldeed aan de best practices van de code, het bedrijf zeker bereid zou zijn tot verbetering. Niet lang daarna was Altice het eerste bedrijf waar PGGM omwille van de governance-structuur op een zwarte lijst werd gezet: Altice bleek ongewillig om de code te implementeren.
De tijd is rijp voor transparantie
Volgens staatssecretaris Hans Vijlbrief is de tijd gekomen dat bedrijven transparant zijn over hun belastingbetalingen per land. Nederlandse institutionele beleggers hebben een grote rol gespeeld in de corporate governance-structuur en duurzaamheid van Nederlandse ondernemingen.
Zij kunnen in 2021 belasting betalen op de agenda zetten. Pensioenfonds ABP gaf afgelopen december al het goede voorbeeld door met Tax Principles te komen. Het is dan ook de belangrijk dat meer institutionele beleggers volgen.
Dit artikel was eerder al beschikbaar op Financial Investigator.