Minder dan de helft van de Nederlandse pensioenfondsen (42 procent) heeft beleid geformuleerd ten aanzien van klimaatverandering, zo bleek uit onderzoek van de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO). Maar de lijst met fondsen die ‘verantwoord’ willen beleggen groeit wel.
Zaterdag werd bekend dat het pensioenfonds voor de metaalindustie PME al zijn aandelen in kolenbedrijven heeft verkocht. Sinds januari wil een ander pensioenfonds, ABP, niet meer beleggen in bedrijven in kernwapens en tabak. Het fonds blijft wel beleggen in bedrijven in fossiele brandstoffen zoals olie, maar wil de ondernemingen overhalen een meer duurzame koers te varen.
Transitie
Aanstaande dinsdag zal PME op de aandeelhoudersvergadering van Shell stemmen voor de klimaatresolutie van Follow This. Die activistische beleggersgroep wil dat het energiebedrijf zijn beleid zo aanpast dat de klimaatdoelen van het Verdrag van Parijs kunnen worden gehaald. Die transitie mag van het pensioenfonds overigens best geleidelijk zijn: ‘Je wilt de business niet al te zeer verstoren.’ Ook met andere bedrijven is PME in gesprek om de uitstoot van broeikasgassen te verlagen. ‘Als dat te langzaam gaat, dan stappen we uit dat aandeel.’
PME is het eerste grote pensioenfonds dat volgens dagblad Trouw ‘kolenvrij’ is. Een aantal andere fondsen, zoals pensioenfonds voor de zorg PFZW, is nog aan het afbouwen. De investering van PME in bedrijven in China, Thailand, India, Zuid-Afrika, Polen en de Verenigde Staten was overigens relatief gering. Slechts 6,3 miljoen euro van de belegde 47 miljard euro zat ‘in kolen’. De aandelen werden de afgelopen twee jaar in stilte verkocht.
Deelnemers aan kieskeuriger fondsen hoeven niet te vrezen voor een lager rendement en dus hun pensioen, vertelt hoogleraar duurzaam financieren Bert Scholtens. ‘Uit onderzoek van ons aan de Rijksuniversiteit Groningen blijkt dat het uitsluiten van beleggingen in bijvoorbeeld fossiele energie of wapens geen waarneembaar effect heeft op rendement en risico. Een pensioenfonds belegt vaak in een paar duizend vermogenstitels, van aandelen en obligaties tot onroerend goed. Het fonds verruilt simpelweg de ene vermogenstitel voor de andere. Zo kan het risico- en rendementsprofiel van de beleggingsportefeuille behouden blijven.’
Uitsluiting
Voor bedrijven kan het vertrek van kritische beleggers wel verschil opleveren, stelde Scholtens vast. ‘Als naar onze schatting meer dan een kwart van de beleggers een bepaalde onderneming gaat mijden, dan wordt het aantrekken van kapitaal duurder voor dat bedrijf. In dat geval gaat een bedrijf dus echt wat merken van die uitsluiting. Dat kan voor een onderneming dus een prikkel zijn om te vergroenen. Voor beleggers die de onderneming wel trouw blijven, kan het vertrek van die kritische beleggers overigens een beter resultaat opleveren. Zij lopen extra risico en zullen daarvoor een hogere vergoeding verlangen.’
Bij pensioenfondsen wordt tegenwoordig gediscussieerd over het effect van hun beleggingen op het klimaat, de natuur, zoals bij palmolie, of risico op kinderarbeid. Al eerder ging het om tabak, alcohol, gokken en pornografie, vertelt Scholtens. ‘Wat controversieel is, verschilt vaak per land. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld is beleggen in drankbedrijven controversieel, maar in Europa geldt dat voor een aandeel als Heineken niet. Maar wil je als belegger een duurzame index volgen, dan kan dat betekenen dat je het aandeel toch links laat liggen.’