nl nl en en

Q&A nieuwe benchmark pensioenfondsen 2024

In 2024 komt de VBDO met een nieuwe methodiek voor de benchmark Verantwoord beleggen door Nederlandse pensioenfondsen. Bij de ontwikkeling hiervan heeft uitgebreide consultatie bij de sector en onze leden plaatsgevinden. Onderstaande informatie is gebaseerd op de meest gestelde vragen en feedback die we hierover hebben ontvangen.

Algemeen


Vraag 1: De overkoepelende filosofie van het benchmark onderzoek is verschoven van ‘het vermogen zo duurzaam mogelijk beleggen’ naar ‘duurzaamheid realiseren met het vermogen’. Betekent dit dat de VBDO volledig inzet op impact beleggen?

Antwoord 1: De VBDO heeft inderdaad een volgende stap genomen wat betreft de insteek van de vragenlijst. Het begrip ‘impact’ wordt gebruikt in de brede zin van het woord: positieve en negatieve gevolgen van beleid en acties, invloed, etc. In de vragenlijst kan het begrip impact dus niet een op een vervangen worden door impact beleggen. Ook blijft de VBDO belang hechten aan verantwoord beleggen en de instrumenten die hier bij horen.


Vraag 2: In de vorige vragenlijst werd informatie uitgevraagd over verschillende asset classes, bijvoorbeeld private equity, hypotheken en infrastructuur. Dit komt nu niet meer als zodanig terug. Wat is het idee hierachter?

Antwoord 2: Er is inderdaad voor gekozen om de focus te leggen op aandelen en bedrijfs- en staatsobligaties omdat dit gemiddeld de grootste portie van de portefeuille omvat. Ook hopen we hiermee de werklast te verminderen. Onder andere private equity komt nog terug in het onderdeel ‘Individual Investments’. De asset classes die nu buiten beschouwing gelaten worden kunnen eventueel op een ander moment toegevoegd worden mocht dit gewenst zijn.


Vraag 3: Welk beleidsjaar wordt meegenomen voor deze uitvraag?

Antwoord 3: De uitvraag van dit jaar (2024) draait om de periode Q1 2023 tot en met Q1 2024 (eind maart 2024).


Vraag 4: Wordt er onderscheid gemaakt tussen actieve en passieve beleggingsstrategieën?

Antwoord 4: De VBDO maakt in principe geen onderscheidt tussen actief en passief beleggen, en waardeert deze ook niet verschillend.

 

Governance


Vraag 5: Is de nadruk op duurzaam beleggen en impact binnen bijvoorbeeld de beleggingsovertuigingen (investment beliefs) niet in strijd met verwachtingen van de toezichthouder?

Antwoord 5: Er heeft overleg plaatsgevonden tussen de toezichthouder en de VBDO, de huidige vraag gaat niet in tegen de eisen van de toezichtouder. De verwoording van de vraag aangepast om duidelijker te maken dat deze draait om de investment beliefs die over duurzaamheid/duurzaam beleggen zijn geformuleerd.


Vraag 6: Is de vraag over kennis van het bestuur niet te ambitieus, ook met het oog op de verschillen in grootte tussen de pensioenfondsen?

Antwoord 6: De VBDO herkent dat het een grote stap is om van 1 bestuurslid met kennis over duurzaamheid/duurzaam beleggen in de oude vragenlijst naar meerdere bestuursleden te gaan. De vraag is naar aanleiding van de feedback aangepast, er wordt niet langer om kennis van alle bestuursleden gevraagd. Wel verwacht de VBDO dat er binnen het bestuur meerdere personen met relevante kennis zitting hebben.

 

Strategic Asset Allocation (SAA)


Vraag 7: Is de manier waarop deze categorie is ingestoken niet te ambitieus? Bijvoorbeeld, in de praktijk zijn scenario’s op bijvoorbeeld biodiversiteit nog niet algemeen beschikbaar.

Antwoord 7: Het benchmark onderzoek heeft naast een vergelijkende ook een aanjagende functie. Dit betekend dat niet alles wat de VBDO uitvraag al algemeen geaccepteerd of onderdeel van de status quo hoeft te zijn. Er is met verschillende experts gesproken over het huidige SAA proces en ontwikkelingen hierbinnen. Waar nodig is de verwoording van vragen en antwoordopties aangepast om duidelijker te maken waar de VBDO precies naar op zoek is.

 

Portfolio


Vraag 8: Is er niet te weinig aandacht voor ESG integratie/solide verantwoord beleggen binnen de huidige vragenlijst?

Antwoord 8: De overkoepelende filosofie gaat meer richting de gevolgen van het beleggingsbeleid en het gebruik van RI instrumenten op de wereld in het algemeen dan de gevolgen binnen de portefeuille. Echter, de VBDO blijft ook waarde hechten aan verantwoord beleggen zoals we dat van oudsher kennen. Naar aanleiding van de feedback zijn er waar mogelijk antwoordopties toegevoegd om hier meer ruimte aan te bieden.


Vraag 9: Het toevoegen van ‘open’ thema’s geeft meer ruimte aan de verschillende aanpakken van de deelnemende pensioenfondsen. VBDO stimuleert hiermee dat pensioenfondsen meerdere onderwerpen aanpakken. Dit kan echter ten koste kan gaan van het uitdiepen van een of twee onderwerpen (narrow vs broad approach). Ook zijn slechts twee van de vier onderwerpen aan te dragen door het pensioenfonds. Neemt de VBDO hier niet te veel de regie in handen?

Antwoord 9: Het aandragen van eigen onderwerpen is toegevoegd om meer ruimte te bieden aan innovatieve strategieën en onderwerpen. Klimaat en biodiversiteit blijven onveranderd belangrijk, vandaar dat deze als vast onderwerp zijn toegevoegd aan de vragenlijst. De VBDO zal verdieping van onderwerpen altijd aanmoedigen.


Vraag 10: Engagement met staatsentiteiten ligt gevoelig en is lastig te bewerkstelligen. Waarom is dit onderdeel van de uitvraag?

Antwoord 10: Overheidsinstanties spelen een belangrijke rol bij het verduurzamen van onze maatschappij en wereld. Als obligatiehouder hebben asset owners een goede positie om dit onder de aandacht te brengen bij de verschillende overheidsorganen, het zij individueel het zij collectief. De VBDO ontkent niet dat dit een lastig proces is, maar wilt graag benadrukken dat engagement met overheden zeker een belangrijk onderdeel is van duurzaam beleggen, ook omdat staatsobligaties naar verhouding een groot onderdeel zijn van de beleggingsportefeuilles.

 

Individual Investments


Vraag 11: Dit is een nieuwe categorie. Wat is precies de bedoeling van het uitvragen van drie bedrijven en drie landen, of hierin belegd wordt en waarom?

Antwoord 11: Dit onderdeel van de vragenlijst is bedoelt als reflectie moment en om (interne) gesprekken over het beleid en de gevolgen die dit heeft voor de samenstelling van de portefeuille aan te moedigen.


Vraag 12: Zijn de redenen om ergens wel of niet in te beleggen bijvoorbeeld in overeenkomst met wat het pensioenfonds beoogt te bereiken met het beleid?

Antwoord 12: De namen van de geselecteerde bedrijven en landen en individuele reacties op deze categorie worden niet gedeeld in het rapport.