Met de onlangs aangenomen motie-Aartsen geeft de 2e Kamer een stevig signaal naar de pensioensector, dat het niet aan hen is om politiek stelling te nemen door activistisch of ideëel te beleggen, maar dat zij zich primair hebben te richten op het realiseren van een koopkrachtig pensioen.
Een opvallende motie vanuit een overheid die zelf pensioensector regelmatig weet te vinden voor financiering van politiek gerelateerde zaken. Zoals recentelijk voor investeringen in defensie en wapenindustrie. Geen politiek, behalve als het ons uitkomt. De vraag is of dergelijke financieringen in het belang zijn van de deelnemers. Het waarborgen daarvan is nog altijd de primaire taak van de pensioenfondsen.
In zijn opiniestuk van 12 juni jl. ziet Ed Groot in de motie een impliciete tegenstelling tussen duurzaamheid en rendement. Dit misverstand wil ik graag uit de wereld halen. Uit de vele onderzoeken blijkt dat duurzaamheid in ieder geval niet te koste gaat van rendement en zelfs een positief effect kan hebben op rendement. Dit is niet onlogisch, omdat voor het maken van verstandige beleggingsbeslissingen, het minstens zo belangrijk is om goed naar de risico’s te kijken. Bij hogere risico’s verwachten financiers een hoger rendement. De echte spanning zit hem dus in de verhouding tussen risico- en rendement.
Pensioenfondsen en andere institutionele beleggers houden in toenemende mate rekening met risico’s als gevolg van o.a. klimaatverandering of verlies van biodiversiteit. Dit getuigt niet alleen van financieel gezond verstand, maar is ook verplicht volgens (inter) nationale regelgeving.
Ondernemingen die last hebben van dergelijke risico’s worden nu eenmaal riskanter om in te beleggen. Hetzelfde geldt voor ondernemingen die bijdragen aan de oorzaken van deze risico’s. Denk aan ondernemingen die niet opereren in lijn met internationale verdragen zoals bijv. het Parijs Akkoord. Dergelijke politieke verdragen zijn gesloten door landen, die zich hieraan hebben gecommitteerd.
Daarbij heeft de EU al in 2017 bepaald dat het rekening houden met duurzaamheidsrisico’s een expliciet onderdeel is van de fiduciaire plicht van institutionele beleggers. En dat is maar goed ook. Juist als het gaat om het veiligstellen van een ‘koopkrachtig pensioen’ na een 40- jarig werkzaam leven, dan kunnen pensioenfondsen zich niet veroorloven om opportunistisch korte termijn rendement na te jagen en de ogen te sluiten voor klimaat gerelateerde risico’s niet bestaan. Want één ding staat als een paal boven water, in een 5 graden wereld wordt er geen geld meer verdiend en bestaat zoiets als koopkracht al helemaal niet meer.
Dit artikel werd eerder al in vergelijkbare vorm gepubliceerd in Het Financieel Dagblad.