Bottom Line! is een samenwerkingsverband vanuit IUCN NL, dat zich richt op het tegengaan van ontbossing en biodiversiteitsverlies door mijnbouw in Indonesië, Ghana en de Filipijnen. De VBDO maakt deel uit van dit verband.
(On)verantwoorde mijnbouw & de energietransitie
Om de klimaatverandering aan te pakken, hebben we een energietransitie nodig waarbij we overschakelen van fossiele brandstoffen naar hernieuwbare energiebronnen. Voor deze overgang hebben we een enorme hoeveelheid grondstoffen nodig, zoals nikkel, koper, lithium en bauxiet/aluminium. Deze grondstoffen komen van over de hele wereld, met bijzondere concentraties in een aantal specifieke landen, zoals Indonesië, de Filippijnen of Ghana. Het gebruik van deze materialen is niet nieuw, maar de schaal waarop we ze in de nabije toekomst nodig zullen hebben is ongekend. Neem bijvoorbeeld nikkel. Nikkel wordt momenteel voornamelijk gebruikt voor roestvrij staal. Maar door de toenemende vraag naar de transitie die nu gaande is (onder andere voor elektrische auto’s), is er een exponentiële vraag naar meer nikkel.
De mijnbouw die wordt ondernomen om aan deze enorm toenemende vraag naar grondstoffen te voldoen, leidt op sommige plaatsen al tot grootschalig biodiversiteitsverlies, steeds toenemende ontbossing en de vernietiging van andere ecosystemen zoals wetlands, die op hun beurt cruciaal zijn voor het aanpakken van de klimaat-, water- en biodiversiteitscrises. We moeten ervoor zorgen dat het niet in strijd is met internationale beleidsovereenkomsten en toezeggingen zoals die onlangs zijn vastgelegd in het mondiale biodiversiteitskader (GBF) van Kunming-Montreal en in de beloften die zijn gedaan op de klimaatconferentie van Glasgow (COP26) om bossen te beschermen, en dat het de rechten van inheemse volkeren en lokale gemeenschappen niet schendt.
We moeten dringend de duurzaamheid en verwerking van grondstoffen versnellen. We hebben een drastische verandering nodig in de richting van een circulaire economie, waarin we minder materialen gebruiken en de mineralen en metalen hergebruiken.
De rol van de financiële sector
De financiële sector speelt een sleutelrol bij het faciliteren en begeleiden van bedrijven naar meer verantwoorde praktijken bij de winning, productie en verwerking van mineralen en metalen. Financiële actoren maken investeringen en financiering mogelijk om de noodzakelijke infrastructuur, logistiek en innovatie voor de energietransitie te realiseren. Ze kunnen hun invloed aanwenden om due diligence-processen te verbeteren, verantwoorde bevoorradingspraktijken in te voeren en met bedrijven in hun portefeuille samen te werken om (potentiële) negatieve gevolgen voor mensenrechten, het milieu en het klimaat te voorkomen en te beperken. Financiële actoren kunnen minimumwaarborgen stellen als criteria voor nieuwe investeringen en escalerende maatregelen nemen tegen huidige portfoliobedrijven wanneer niet aan deze waarborgen wordt voldaan.
Streven naar verantwoorde toeleveringsketens voor mineralen
Tegelijkertijd moeten portfoliobedrijven zich inzetten om ervoor te zorgen dat hun toeleveringsketens (zowel upstream als downstream) ernaar streven om beleid in te voeren voor verantwoorde winning en verwerking van mineralen en metalen, bijvoorbeeld door acties in te voeren om negatieve effecten te vermijden, te minimaliseren en te herstellen. Als dit niet proactief gebeurt, kan dit de groeiende bezorgdheid van de financiële sector aanwakkeren dat de sociale en milieurisico’s, zoals biodiversiteitsverlies, klimaatverandering, vervuiling, milieuschade en mensenrechtenschendingen, de waardecreatie op lange termijn en het investeringsrendement in gevaar zullen brengen. Dergelijke risico’s kunnen zich vertalen in financiële, operationele en reputatierisico’s voor bedrijven en investeerders, met name met het oog op de nieuwe regelgevingskaders zoals de EU-batterijverordening, de EU-richtlijn inzake Corporate Sustainability Due Diligence (CSDD) en de EU-richtlijn inzake Corporate Sustainability Reporting (CSRD).
Niet-financiële- en milieudata
De Sustainable Finance Disclosure Regulation (SFDR) en de Corporate Social Responsibility Directive (CSRD) eisen dat financiële instellingen niet-financiële en milieugegevens over hun investerings-/financieringsportefeuille openbaar maken. Om te rapporteren in het kader van de SFDR, maken financiële instellingen gebruik van de PAI-indicatoren (Pathway Adverse Impact).
De zomer van 2023 was de eerste deadline voor financiële instellingen om informatie onder de SFDR openbaar te maken, en verschillende instellingen hebben aangegeven dat ze moeite hebben om de vereiste gegevens te verzamelen. De Taskforce on Nature-related Financial Disclosure (TNFD), die onlangs richtlijnen en een tool voor niet-financiële rapportage heeft gepubliceerd, erkent eveneens dat “gegevens een enorme uitdaging blijven”. De strijd om de nodige niet-financiële gegevens te verkrijgen om te voldoen aan bestaande en toekomstige regelgeving, is voornamelijk te wijten aan een gebrek aan data die door de portefeuillebedrijven wordt verstrekt. Als gevolg hiervan hebben financiële instellingen momenteel een beperkt inzicht in de mate van naleving van regelgeving.
Er is een duidelijke behoefte (op bedrijfsniveau) aan een kader voor gegevensverzameling dat meer gericht is op milieu- en sociale gevolgen, afhankelijkheden en risico’s. Een manier om meer ter plaatse en contextuele gegevens te verzamelen is door nauwer samen te werken met lokale belanghebbenden. Er bestaan verschillende instrumenten die bedrijven hierbij kunnen helpen, bijvoorbeeld de IRMA-norm (Initiative for Responsible Mining Assurance) en de komende GRI-norm voor mijnbouw (of bestaande normen zoals GRI: 303 en GRI: 304), die beide een multistakeholderaanpak voor gegevensverzameling bevatten.