Bodil Koppejan, student rechtsgeleerdheid, schreef een opinie-artikel in het Financieele Dagblad, waarvoor zij Xander Urbach van de VBDO interviewde.
Staatssecretaris van Financiën Menno Snel wil met de publicatie van een lijst van 21 belastingparadijzen multinationals ontmoedigen om nog langer via Nederland geld weg te sluizen. Bedrijven die winst naar die landen overmaken, kunnen op extra aandacht van de Belastingdienst rekenen. Deze zoveelste goedbedoelde lijst is een leuk afschrikmiddel, maar gaat Nederland in de praktijk geen euro opleveren. Een wet fiscale openheid is wat we nodig hebben in Nederland.
Afgelopen jaar wist Google door gebruik van de ‘double Irish’ in combinatie met de ‘Dutch sandwich’ een luttele €20 mrd via Nederland naar belastingparadijs Bermuda weg te sluizen, zo blijkt uit zijn onlangs gedeponeerde jaarrekening. De digitale multinational is geen uitzondering. Dus hoeveel ‘sandwiches’ moeten grote bedrijven nog ontdekken voordat er eindelijk maatregelen worden genomen tegen belastingontwijking?
Een wet fiscale openheid moet multinationals verplichten om informatie te geven over waar en hoeveel belasting zij betalen, hoe hun belastingbeleid en belastingstrategie eruit ziet en of zij bijvoorbeeld ‘tax havens’ gebruiken. Daarnaast moet het toezichthouders makkelijker worden gemaakt om ongewenst gedrag van multinationals te signaleren en waar nodig boetes op te leggen.
De Europese Commissie wil fiscale openheid op Europees niveau regelen, in plaats van dat lidstaten alleen op nationaal niveau belastingontwijking tegengaan. Echter, bij gebrek aan consensus ligt deze propositie er al sinds juni 2016. Laat dus Nederland met een wet fiscale openheid het voortouw nemen. Een stok achter de deur door krachtige handhaving van de Belastingdienst en de overheid. Dat werkt beter dan publicaties van lijstjes en waarschuwingen.
Een neveneffect van de huidige onduidelijke fiscale situatie van multinationals is het kelderende vertrouwen van de samenleving in bedrijven. Dit zorgt voor een vergroot risico voor bedrijven en de economie.
Als er een mogelijkheid bestaat om dit vertrouwen te herstellen en te verbeteren, moet Nederland dit met beide handen aangrijpen. Een belangrijk onderdeel hiervan is openheid. Ook hier geldt dat een wet fiscale openheid het lage vertrouwen in multinationals kan herstellen, de maatschappelijke ergernis kan verminderen en bovendien de democratie een handje kan helpen.
Daarbij is het uiteraard niet noodzakelijk dat de samenleving exact moet kunnen begrijpen wat er in de jaarverslagen van deze multinationals staat. De wet moet het vooral makkelijker maken voor toezichthouders om grensoverschrijdend gedrag – zoals het ontwijken van belasting – te signaleren en multinationals te dwingen fiscaal transparant te handelen.
De Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) heeft de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar de fiscale openheid bij 76 Nederlandse bedrijven. Dit resulteert in een jaarlijkse lijst waarin het bedrijf met de meeste transparantie op het gebied van zijn belastingbeleid en belastingstrategie op nummer één belandt. Afgelopen jaar stond Aegon bovenaan, samen met AMG en Unilever.
Xander Urbach, project manager bij de VBDO, verwacht desgevraagd dat een wet fiscale openheid ‘enorm effectief’ zal zijn. Bij stap voor stap de fiscale transparantie beïnvloeden, is de samenleving ‘afhankelijk van vrijwillige acties’ van bedrijven. ‘Met regulering van de overheid zou dat een stuk makkelijker worden.’
Dat pleit voor een wet die het toezichthouders makkelijker maakt om grensoverschrijdend gedrag te signaleren en multinationals te dwingen fiscaal transparanter te handelen. Dit zet zoden aan de dijk om belastingontwijking tegen te gaan. Fiscaal transparante bedrijven zorgen voor het herstel van het gekelderde vertrouwen van de samenleving in bedrijven en een vermindering van de maatschappelijke ergernis. Dus kabinet-Rutte, waar is het wachten op?