Wachten met klimaatbeleid heeft een prijs. Wie nu aarzelt, loopt het risico later de banken, verzekeraars en pensioenfondsen in de problemen te brengen. Dit stelt De Nederlandsche Bank (DNB) maandag in haar halfjaarlijkse risicoanalyse. Voor het eerst wordt klimaatverandering daarin uitgebreid besproken als risico voor de financiële sector.
Bijna 200 landen spraken eind 2015 in Parijs af de opwarming van de aarde te beperken tot onder de 1,5 graden, in het uiterste geval tot onder de 2 graden. Om dit doel te bereiken, moet de uitstoot van broeikasgassen drastisch omlaag.
Overheden moeten klimaatmaatregelen niet uitstellen, stelt DNB op basis van de deze maandag gepubliceerde klimaatstresstest. Want uitstel vergroot de kans dat later „abrupte” maatregelen nodig zijn, die tot „stevige verliezen” zouden leiden in de Nederlandse financiële sector. DNB-president Klaas Knot:
„Als je te lang wacht, zul je de aanpassing schoksgewijzer moeten doen. Dat is precies waar financiële instellingen het meest kwetsbaar voor zijn.”
Dubbele schok
De stresstest behandelt vier scenario’s waarbij schokken optreden. Binnen een periode van vijf jaar vinden forse veranderingen plaats in de wereldwijde energievoorziening, of ontstaat juist grote onzekerheid door het uitblijven van maatregelen.
Scenario 3 is het meest waarschijnlijke scenario volgens Knot. Het combineert de twee eerste scenario’s, tot een ‘dubbele schok’. Het is ook het duurste scenario voor de financiële sector: 159 miljard euro aan verdampt vermogen. „Naarmate je eerder begint, kun je je beter aanpassen”, zei Knot. Hij riep banken, verzekeraars en pensioenfondsen op rekening te houden met de energietransitie in hun risicobeheer.